Nu we de eerste twee niveau’s besproken hebben komen we toe aan een niveau wat lastiger te beschrijven is, veel minder objectief is en soms zelfs ook helemaal niet aanwezig is. Waar het pre-iconografisch niveau zich richt op de generische soortbeschrijving en het iconografische niveau de specifiekere oplevert, is het iconologisch niveau gericht op de interpretatie van de afbeelding. Hier wordt dus de intrinsieke inhoudsbetekenis beschreven.
Voor iconologische duiding is dus vereist een synthese van pre-iconografische en iconografische informatie afgeleid van het werk zelf zowel als kennis van de artistieke, sociale en culturele context! De iconologie van een afbeelding kan, door de indexeerder “in z’n eentje”, dus zonder expertise van bijvoorbeeld een kunsthistoricus, niet consistent worden beschreven.
Vragen die je jezelf bij de registratie van dit niveau kunt stellen ten aanzien van een afbeelding zijn:
- Wat heeft de fotograaf of schilder willen overbrengen?
- Wat is de grotere betekenis van deze afbeelding voor de maatschappij?
- In welke maatschappelijke context staat deze afbeelding, die niet naar boven kwam tijdens het beschrijven van de andere niveau’s?
Noot: Er zijn afbeeldingen die geen faktuele component bezitten zoals abstracte kunst! Deze afbeeldingen kunnen niet geanalyseerd worden d.m.v. het voltooien van de constatering “dit is een afbeelding van ….”, behalve in termen van abstracte vormen (zoals cirkels, lijnen, bogen, rechthoeken). Deze afbeeldingen zonder faktuele component kunnen echter wel degelijk een expressionele component bezitten, die analyseerbaar en registreerbaar is.